Hoe voorkom ik uitbloeiingen of een witte sluier?

Uitbloeiing is een witte/grauwe waas of sluier op het gevelmetselwerk en is vrijwel onafhankelijk van de steenkleur, maar is duidelijker zichtbaar op donkere stenen dan op lichte stenen.

Het is niet te voorspellen wanneer er een sluiervorming zal optreden. Het hangt vooral af van:

de metselmortelsamenstelling (de hoeveelheid gips in het gebruikte cement, de poriënstructuur van de uitgeharde metselmortel als gevolg van toeslagstoffen en verbeteraars)
de metselomstandigheden (bijvoorbeeld metselen bij koud en vochtig weer, het niet afdekken van vers metselwerk bij regen...)
de oriëntatie van de gevel.

Wat is uitbloeiing?

Er zijn enkele vuistregels die de kans op uitbloeiing sterk verminderen:

De meeste uitbloeiingen ontstaan door een teveel aan (regen)vocht in de metselmortel terwijl deze nog niet voldoende is uitgehard. Metselmortel is, net als beton, na ongeveer 28 dagen volledig uitgehard.
- Het afdekken tijdens de metselwerkzaamheden is dus cruciaal de eerste 28 dagen.
- Voeg niet meer water toe aan de metselmortel dan de voorgeschreven dosering van de fabrikant.
Metsel en voeg niet wanneer het regent of wanneer er een hoge luchtvochtigheid is.
Dek het metselwerk steeds af op het einde van de werkdag (zowel zichtzijde als spouw).
Gebruik zuiver aanmaakwater, geen leidingwater met chloriden, ook geen regenwater (kans op algenvorming).
Gebruik zuiver zand, geen zand dat mogelijk verontreinigd is met zeezand, zouten etc.
Gebruik geen cement met sulfaten of toeslagstoffen zoals bindtijdvertragers, want deze veroorzaken uitbloeiingen.
Er bestaan uitbloeiingsarme metselmortels, die minder kalk bevatten en dus de kans op uitbloeiing verminderen. Het volledig uitsluiten van uitbloeiingen kan men echter niet.
Gebruik bakstenen waarvan de zichtzijden (niet de legvlakken) fabrieksmatig zijn gehydrofobeerd.

Uitbloeiingen kunnen helaas nooit volledig uitgesloten worden, maar u kunt de uitbloeiingen tot een minimum beperken wanneer u bovenstaande vuistregels aanhoudt.